Kinderen zijn kwetsbaarder dan volwassenen
In de schoolomgeving treffen we jongeren aan. Het gedrag van die jongeren is verschillend naargelang hun leeftijd:
- Jonge kinderen, als voetganger of fietser, ervaren het verkeer anders dan volwassenen. Ze kunnen niet verder anticiperen dan de voertuigen die ze zien naderen en hebben de neiging om geen onderscheid te maken tussen ‘zien’ en ‘gezien worden’. Ze zijn heel spontaan en kunnen ons soms verrassen door plots van het trottoir op de weg te springen. Ze overschatten hun veiligheid en hebben een absoluut vertrouwen in verkeersvoorzieningen, zoals voetgangerslichten en zebrapaden. Zo denken ze dat hen niets kan overkomen als ze oversteken, als het licht op ‘groen’ staat. Dit verklaart gedeeltelijk waarom hun reactietijd bij een noodsituatie langer is.
- Tieners, die zich ook met de fiets of bromfiets verplaatsen, zijn op zoek naar een eigen identiteit en hebben meer de neiging om regels te overtreden. Ze vormen hun eigen beeld van wat veilig is. Ze nemen dan ook meer risico’s.
Wij, als volwassenen, moeten dus ons gedrag aanpassen.
Inrichting van zones 30 en aanpassen van de snelheid
De inrichting van zones 30 valt onder de bevoegdheid van de beheerders van de openbare weg, die rekening moeten houden met de geldende wetsbepalingen.
Alleen door goede en gepaste verkeerstekens te plaatsen, kunnen de bestuurders worden gewaarschuwd dat ze hun snelheid moeten aanpassen en dat ze bijzonder aandachtig moeten zijn bij het doorrijden van die zones. Naargelang de concrete situatie op het terrein, wordt gebruik gemaakt van verschillende types van verkeerstekens.
Als aanvulling vatten soms gemachtigde toezichters post bij de aanvang en het einde van de schooldag. Er bestaan ook burgerinitiatieven, waarbij ouders de kinderen te voet via bepaalde trajecten naar en van school begeleiden.
Hoe zorg ik voor verantwoordelijk gedrag?
Als bestuurders moeten we ons voertuig onder controle houden en zijn we bijgevolg verantwoordelijk voor schade die we aan anderen kunnen berokkenen. Dit is van fundamenteel belang. Wij beslissen immers zelf welk gedrag passend is naargelang de omstandigheden en risico’s waarop we op een bepaald moment mee te maken krijgen.
Hierna volgen enkele goede praktijken die u het best systematisch toepast als u in de buurt van een school komt, alsook op plaatsen waar zich gelijkaardige situaties kunnen voordoen.
1/ Verlaag uw snelheid
Verlaag uw snelheid zodra u een schoolomgeving nadert zodat u de zone tegen maximaal 30 km/uur binnenrijdt.
2/ Wees op uw hoede
Gebruik tijdens het rijden nooit uw gsm of smartphone, zelfs niet als u over een handsfree kit beschikt.
- Zorg ervoor dat u niet verstrooid bent.
- Rij niet onder invloed van alcohol of andere stoffen.
- Rij stapvoets als u een geparkeerde schoolbus nadert. Er kan een kind uitstappen en oversteken.
- Rij ook stapvoets als u klassen opmerkt die met hun leerkracht op stap zijn.
- Rij niet te dicht bij een kind dat met de fiets rijdt.
Als u van richting verandert, in het bijzonder bij kruispunten, houd bij het afdraaien rekening met voetgangers of tweewielers die van rechts komen.
3/ Parkeer uw wagen op een daartoe bestemde plaats
Brengt u uw kinderen naar school, parkeer uw wagen dan op een plaats waar u het verkeer niet hindert en waar de kinderen rechtstreeks toegang hebben tot een trottoir of beveiligde oversteekplaats. Werp een blik in uw achteruitkijkspiegels voordat u uw deur opent.
4/ Anticipeer
Anticipeer op de reacties van de kinderen. Houd altijd een voldoende veilige of reserveafstand, zelfs als het kind u heeft gezien.
Datum : 10/2016