Breng jezelf eerst in veiligheid
Zet het voertuig zo mogelijk op een veilige plaats om andere weggebruikers en de hulpdiensten door te laten.
Zet de motor uit, gebruik de handrem, zet de vier richtingaanwijzers op, trek je fluohesje aan en plaats je gevarendriehoek op de juiste afstand (op minimaal 30 m op gewone wegen en op minimaal 100 m op autosnelwegen).
Noteer de nummerplaat van het andere voertuig of neem een foto (voor het geval dat de andere bestuurder probeert te vluchten).